Goed voorbereid op het werk van de toekomst

23-05-2023
565 keer bekeken

De infrasector staat aan de vooravond van grote veranderingen in hun maatschappelijke opgave. Om goed voorbereid te zijn, dook Rijkswaterstaat met experts en de komende generatie medewerkers in de toekomst . Wat betekenen deze veranderingen voor de arbeidsmarkt?

“Net je bed uit, nog een beetje slaperig en met een lekker kopje warme koffie, open je de NWApp (Nationale WerkverdelingsApp). Je huidige opdracht is bijna klaar, dus het wordt tijd om maar eens te kijken of er binnenkort een leuke nieuwe klus tussen staat.

Je opent de uitgebreide beschrijving bij een opdracht. Het lijkt een interessante en uitdagende klus met een klein zelfsturend team. (…) Ook kan je er nieuwe kennis- en vaardigheidspunten voor de landelijke NWApp-database mee scoren en er zit een training bij. (…) Je besluit om het maar gewoon te doen. Je moet er immers één kiezen, anders wordt het voor je gedaan.”

Inleven in de toekomst

Bovenstaande fragmenten komen uit een toekomstverhaal voor het onderzoek van Rijkswaterstaat naar de ontwikkelingen in de infrastructurele opgave  die Nederland te wachten staat - en hoe zich dat vertaalt naar de arbeidsmarkt. ‘Zo’n verhaal geeft meer gevoel bij de trends die wij zien’, verduidelijkt Ernst Haijtink, adviseur Strategische Verkenningen. ‘We hebben er vijf laten schrijven om concreet het gesprek aan te gaan met jongeren, opleiders en HR-professionals. Uit die gesprekken halen we informatie hoe we toekomstige medewerkers meer kunnen interesseren voor de infrasector. Opvallend is bijvoorbeeld dat jongeren er ontzettend op tegen waren om het huidige sollicitatieproces te vervangen door de WerkverdelingsApp uit dit verhaal. Ze zouden het contact met collega’s missen en zagen niet voor zich hoe je dan carrière maakt. Dat is belangrijk, want jongeren zijn onze toekomstige medewerkers.’

Experts herkennen trends

Om tot realistische verhalen te komen stelde de afdeling Strategische Verkenningen van Rijkswaterstaat eerst een eigen lijst met 17 trends op. Een voorbeeld uit de trends: de infra- en de gebiedsopgave zijn steeds meer met elkaar vervlochten, brede welvaart verandert mogelijk de license to operate in de infrasector, andere en meer samenwerking met de markt: het strakke onderscheid opdrachtgever/opdrachtnemer verdwijnt, en de medewerker van de toekomst: minder hiërarchie, meer creativiteit en flexibiliteit.

‘Wij richten ons op de langere termijn: van 2030 tot 2050’, benadrukt Haijtinks collega-adviseur Michiel Overkamp. ‘Het gaat om grote veranderingen. Dat betekent dat we hier tijdig op moeten anticiperen.’ De trendlijst bespraken de adviseurs met experts van een breed scala aan belanghebbende partijen, zoals partnerorganisaties, bouw- en infrabedrijven, beleidsmakers en relevante opleidingen. Uit die gesprekken volgde een selectie van de trends die de meeste herkenning oproepen. Overkamp: ‘Zo maakten we steeds specifieker aan welke maatschappelijke opgave we in de toekomst werken. Vervolgens is de vraag hoe je dat doet. En welke mensen met welke vaardigheden je daarvoor nodig hebt.’

Ga flexibeler om met talent

Uiteindelijk kwamen de onderzoekers uit bij vier rode draden om toe te werken naar een vitale infrasector voor de toekomstige opgave. De eerste: anders omgaan met talent. ‘We moeten vraag en aanbod op de arbeidsmarkt flexibeler bij elkaar brengen’, legt Overkamp uit. ‘Meer kijken naar talenten en vaardigheden dan naar functie-eisen. Een stagiair heeft bijvoorbeeld al onderzoek gedaan naar de kansen en risico’s van een digitaal skillspaspoort. Daarnaast moeten we groeien in de breedte van de beroepsbevolking. Dat blijkt onder meer uit een analyse van het arbeidsmarktaanbod door onderzoeksbureau SEO. Zo zien we dat met name vrouwen en mensen met een migratieachtergrond nog niet voldoende zijn vertegenwoordigd. Tot slot is het zaak om te zorgen dat mensen langdurig inzetbaar blijven door meer aandacht voor werkzaamheden met invloed op gezondheid, zoals nachtdiensten en gevaarlijke stoffen.’   

Zet de gezamenlijke opgave centraal

De tweede rode draad is het centraal stellen van het samenwerken aan de maatschappelijke opgave. Haijtink: ‘Dat betekent minder denken vanuit de verschillende organisaties. We willen ernaartoe dat mensen organisatie-overstijgend kunnen werken. Laat opdrachtgevers en opdrachtnemers intensiever samenwerken in een soort ecosysteem, zodat bijvoorbeeld één persoon namens beide partijen een bepaalde functie kan vervullen.’ De derde rode draad sluit daarbij aan: grenswerkers als oog en oor in de samenleving. Overkamp: ‘Grenswerkers zijn medewerkers met een sleutelrol tussen beheerders en burgers. Ze begrijpen zowel de technische mogelijkheden als de wensen uit de samenleving en brengen die bij elkaar. Zodat de betrokken partijen meer open staan voor elkaar. Dat is belangrijk omdat niet alleen de uitvoerende organisaties, maar juist ook burgers een serieuze partij zijn in de infraopgave.’

Balanceer tussen uniek en uniform

De vierde rode draad is het zoeken van evenwicht tussen uniciteit en uniformiteit. Overkamp: ‘Een mooi voorbeeld is het gebruik van breed toepasbare standaard bouwblokken die tegelijk ruimte bieden voor variatie om zo’n bouwblok aan te passen aan de specifieke situatie. Een andere belangrijke ontwikkeling is dat we assetinformatie standaard in een systeem zetten. Zodat we niet afhankelijk zijn van de kennis in hoofden van mensen. De uitdaging is om bestaande oplossingen zoveel mogelijk te blijven benutten: van vervangen naar repareren. Repareren is makkelijker als objecten meer op elkaar lijken. Daar staat tegenover dat een oplossing altijd moet aansluiten op de unieke kenmerken van het betreffende object of gebied. De vakman van de toekomst zoekt de optimale balans daartussen.’

Meer informatie

Verkenning infraopgave van de toekomst en de arbeidsmarkt : nieuwe kennis, kunde en samenwerking gevraagd

Afbeeldingen

Cookie-instellingen