Waterbouwers hebben Nederland vormgegeven

15-03-2023
213 keer bekeken

Rijkswaterstaat en de waterbouwers werken al sinds de start van de organisatie in 1798 nauw samen om van ons land één van de veiligste en welvarendste delta’s ter wereld te maken. Daarvoor zijn voortdurend vernieuwingen en innovaties nodig.

Samen met Michèle Blom, directeur-generaal Rijkswaterstaat en Ronald Schinagl, vice-voorzitter van de Vereniging van Waterbouwers, blikken we terug op het verleden, zoomen we in op de actualiteit en kijken we naar de toekomst.

Michèle Blom (Rijkswaterstaat)
Ronald Schinagl (Vereniging van Waterbouwers/Van Oord)
 

Veilig, leefbaar en bereikbaar

Wie met een helikopter boven Nederland vliegt, ziet dat Rijkswaterstaat en de waterbouwers al eeuwen optrekken om Nederland veilig, leefbaar en bereikbaar te houden. Nederland ligt immers voor een belangrijk deel onder de zeespiegel. Zestig procent was onder water verdwenen als Rijkswaterstaat en de waterbouwers niet samen hadden opgetrokken om van ons land één van de veiligste en welvarendste delta’s ter wereld te maken. “Daar ben ik trots op. En het is goed dat mensen zich dit realiseren”, zegt Michèle Blom, directeur-generaal Rijkswaterstaat. “Wij zijn als Rijkswaterstaat met onze 225 jaar nog relatief jong in vergelijking met sommige waterbouwbedrijven. Die zijn al veel langer actief.”
De waterbouwsector is volgens haar dan ook buitengewoon zichtbaar in ons land. Ronald Schinagl ,vice-voorzitter van de Verenging van Waterbouwers, sluit zich hierbij aan. “Nederland staat niet voor niets in het buitenland te boek als waterbouwland bij uitstek.”
De bedrijven zouden volgens hem echter nog beter aan de maatschappij kunnen laten zien welke belangrijke rol de sector speelt. “We moeten meer laten zien wat we doen en waarom we het doen. Ook om genoeg mensen te interesseren voor een loopbaan in de sector. Er liggen tal van opgaven voor de toekomst, waarvoor we duizenden nieuwe medewerkers nodig hebben.”

Vernieuwingen en innovaties

De afgelopen eeuwen bleken Rijkswaterstaat en de waterbouwers samen in staat om Nederland voor een belangrijk deel droog en veilig te houden. Wie naar het verleden kijkt, ziet tal van iconische projecten voorbijkomen met veel innovaties.
Neem bijvoorbeeld de aanleg van de Nieuwe Waterweg tussen 1865 en 1872. Voor de realisatie van een vaargeul van voldoende diepte was grootschalig baggerwerk nodig. “Een prikkel voor de aannemers uit de regio om grootschalig te investeren in innovatief baggermaterieel”, zegt Blom. “Dankzij dit partnership kon de baggersector zich ontwikkelen tot een internationaal opererende innovatieve bedrijfstak, die toonaangevend in de wereld is.”
Een ander voorbeeld is de uitvoering van de Deltawerken. Het antwoord van Rijkswaterstaat op de watersnoodramp in 1953. Samen met de markt werden verschillende innovaties ontwikkeld, zoals geotextiel als bodembeschermingsmiddel, de mechanische steenstorter en de zogenaamde NABLAliggers: omgekeerde driekhoekliggers die een essentieel onderdeel vormen van de Haringvlietdam waaraan de schuiven van de sluizen werden opgehangen.
Recenter van aard zijn het ontwerp en de uitvoering van de stormvloedkering Oosterschelde (1976-1986) en de Maeslantkering (1991-1997). Iconische projecten die regelmatig internationale bezoekers trekken.

Building with Nature

Rijkswaterstaat en de waterbouwers bouwen in toenemende mate met de natuur, en spelen zo in op natuurlijke processen. Een mooi voorbeeld is de aanleg van de Zandmotor in 2011 voor de kust bij Ter Heijde. Het door waterbouwers neergelegde zand is via stromingen verder langs de kust verspreid, om de kustlijn te versterken en een natuur- en recreatiegebied te creëren. De Zandmotor is inmiddels ook in het Verenigd Koninkrijk en in West-Afrika toegepast om de afbrokkelende kust te beschermen.
Ook het programma Ruimte voor de Rivier is een goed voorbeeld van de intensieve samenwerking tussen de sector, Rijkswaterstaat en de regio. De rivierverruiming en dijkverbetering op 34 plekken langs de IJssel, Waal, Nederrijn en Lek is belangrijk om de veiligheid, ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid te verbeteren. Met de maatregelen in dit programma is het mogelijk om meer rivierwater te kunnen bergen en afvoeren en daardoor mee te bewegen met de gevolgen van klimaatverandering. Ook in huidige en toekomstige plannen is rivierverruiming, naast dijkverbetering, het uitgangspunt.

Water en bodem sturend

De inrichting van Nederland gaat de komende decennia verder op de schop. Dat blijkt uit de brief die minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat eind november naar de Tweede Kamer verzond om ‘Water en Bodem sturend’ te maken voor de inrichting van ons land. Het komt erop neer dat we meer kijken naar de geïntegreerde aanpak van bodem en water. Het gaat dan niet alleen om de maximale belasting, maar ook hoe we ermee omgaan, met het oog op wateroverlast, droogte, bouwopgave etc.
Blom spreekt van een verstandige lijn die Rijkswaterstaat dan ook omarmt. “Nederland is gevormd vanuit deze gedachte. Dat waren we een aantal decennia vergeten. En we zien waar het toe leidt als mensen bijvoorbeeld toch in uiterwaarden gaan wonen: natte voeten.”
“We krijgen ook steeds vaker met piekbuien te maken. We moeten dus voldoende bekkens, zoals het Markermeer, hebben om het water in natte periodes op te vangen om in droge periodes te kunnen gebruiken.” Gedurende de zes jaar die Blom nu voor Rijkswaterstaat werkt, maakte ze naast wateroverlast ook ieder jaar weer een nieuw droogterecord mee. Een andere uitdaging die vraagt om innovatieve oplossingen.
De Vereniging van de Waterbouwers is volgens Schinagl blij met de duidelijkheid die de brief schetst. “Het is ook belangrijk om te weten waar we we onze energie niet op hoeven te richten. Tegelijkertijd vinden we het jammer omdat we het gevoel hebben dat de waterbouwers met hun innovatiekracht meer zouden kunnen bijdragen aan het oplossen van de uitdagingen die Harbers in de brief schetst.”

Extra geld

De komende jaren liggen er genoeg uitdagingen op het bord van de waterbouwers en Rijkswaterstaat. Denk bijvoorbeeld aan de gevolgen van de klimaatverandering, zoals watertekort, wateroverlast en de beschikbaarheid van zoetwater voor drinkwater. Ook op het gebied van verduurzaming en circulariteit moeten beide partijen vol aan de bak.
“We zullen echt anders met onze omgeving om moeten gaan”, benadrukt Blom. “De brief Bodem en Water sturend van Harbers is de routekaart voor de komende jaren en bepalend voor de werkzaamheden van Rijkswaterstaat en de waterbouwers.”
Ze is dan ook blij dat het kabinet hier veel geld voor uittrekt. Dat gaat deels naar water, maar ook naar renovatie en instandhouding van bruggen, sluizen, vaarwegen en andere infrastructuur. Bovendien kan Rijkswaterstaat nu voor het eerst acht jaar vooruit programmeren. “Dat biedt de markt en ons voorspelbaarheid. Wanneer je weet wat er ongeveer aan projecten komt, kun je daar bijvoorbeeld het personeelsbeleid op aanpassen.”

Meer diversiteit

Dat er de komende jaren duizenden nieuwe medewerkers in de waterbouwsector nodig zijn om alle opgaves aan te kunnen, staat als een paal boven water. Hierbij gaat het volgens Schinagl om medewerkers op alle niveaus: van vmbo en mbo tot hbo en universitair. “Daarom is het zo belangrijk om de zichtbaarheid van de sector te vergroten. De waterbouw is een geweldig vak, waar je aan tastbare projecten werkt en Nederland helpt vorm te geven. Daarom ben ik blij dat steeds meer jongeren voor een opleiding in de techniek kiezen.”
De waterbouwsector kan zich volgens Blom goed presenteren als een factor van belang voor de toekomstige en duurzame inrichting van ons land. “Dat zal vooral jongeren aanspreken. En doelgroepen die nu nog niet op een baan in de branche solliciteren. Zo kan de sector meer divers worden en bijvoorbeeld ook meer vrouwen aantrekken.”

Bron: De Waterbouwer editie 1 2023 – Vereniging van Waterbouwers

Afbeeldingen

Cookie-instellingen