Nauwere en langere samenwerking met marktpartijen en kennisbundeling zorgen voor een stabielere programmering, risicoverlaging en betere aansluiting op RWS-kerntaak assetmanagement. De opzet van de nieuwe contracten is getoetst in de klankbordgroep Markt en Assetmanagement met daarin onder andere Bouwend Nederland.
In de afgelopen vijftien jaar werkte Rijkswaterstaat met prestatiecontracten voor het realiseren van zijn onderhoudsopgave. Hierbij was de opdrachtnemer voor de duur van het contract verantwoordelijk voor het onderhouden van een areaal en het voldoen aan alle vooraf gestelde eisen. Huub de Lange, strategisch adviseur marktrelaties en onderhoud bij Rijkswaterstaat zegt: "We lieten ons als opdrachtgever 'ontzorgen' met de opdrachtnemer op afstand. Aansluitend bij de doelstellingen van de transitieaanpak 'Op weg naar een vitale infrasector' ziet RWS inmiddels assetmanagement als zijn kernproces. Dat vraagt een andere manier van contracteren, waarbij je de kennis in de keten bij de opdrachtnemers actief raadpleegt en betrekt in de afwegingen. Dus niet op afstand, van 'markt, tenzij' naar 'markt én wij'."
Stabielere programmering
Pieter Martijn Flamink, directeur BAM Infra Assetmanagement, verduidelijkt: "Rijkswaterstaat heeft veel verouderd areaal dat aangepakt moet worden. Je kunt daardoor in principe in een prestatiecontract ook niet meer aan de markt vragen daarvoor over zoveel jaar garant te staan. RWS groeit van een opdrachtgever van hele grote bouwwerken, naar een organisatie die naar het totaalsysteem van assetmanagement kijkt met grote bouwwerken als onderdeel daarin. Om de technisch en maatschappelijke beste keuzes voor onze infrastructuur te maken, zijn scenario's op korte, middellange en lange termijn nodig. Dat vraagt dat de inkooporganisatie van Rijkswaterstaat, markt en beheerders samen optreden. Kort gezegd: in die driehoek gaan we met SIO-contracten elkaars kracht en inzichten beter bundelen en gebruiken." De Lange: "De kennis, ervaring en de inzichten die de opdrachtnemers in ons areaal hebben en opdoen zijn essentieel voor een stabielere programmering."
Minder speculatief
De basisonderhoudscontracten (BOC's) krijgen een looptijd van zeven tot tien jaar in plaats met de huidige drie tot vijf met eventuele verlenging. Ze zijn wel minder omvangrijk. Ze worden aangevuld met twee typen raamovereenkomsten voor variabel onderhoud: één voor integrale onderhoudswerkzaamheden (complete projecten) en één voor specialistische onderhoudswerkzaamheden (monodisciplinair werk). De Lange: "Veel van het variabele onderhoud dat nu in het prestatiecontract zit, gaat op termijn via raamovereenkomsten uitgevraagd worden. Dat heeft als voordeel dat meerdere partijen toegang hebben tot dat werk." Flamink: "Voordeel is dat contracten minder speculatief worden, met minder risico voor de opdrachtnemer. Maar het is wel een ander verdienmodel, dat veel meer zal zitten in het geven van het juiste advies." De Lange: "In de handling moet dit model zich nog gaan bewijzen. We denken dat het op termijn wel voordeliger is, maar dat moet in de praktijk nog blijken."
De invoering van SIO geschiedt stapsgewijs op het moment dat lopende contracten aflopen. Het gaat in 2023 om twee droge projecten (BOC Zee en Delta en BOC Oost Nederland Wegen) en twee natte (BOC West-Nederland Noord Vaarwegen (het Noorzeekanaal) en BOC Midden-Nederland Vaarwegen (IJsselmeer).
Wat doet de Taskforce Infra?
In 2020 startte de Taskforce Infra, een initiatief van Rijkswaterstaat en een brede infracoalitie. De Taskforce Infra begon in coronatijd om gezamenlijk het werk aan de wegen, waterwegen en kust zoveel mogelijk voort te zetten en waar mogelijk te versnellen. Het werkterrein is verbreed van de markttransitie naar een vitale infrasector.