‘Ik vind het een mooie bende’, laat directeur Remco Hoeboer van Mobilis weten als we aan het eind van de middag allemaal nog kort delen hoe we de middag ervaren hebben. Hij doelt op de Gideonsbende, die deze game organiseert als een van de initiatieven om de onderlinge samenwerking in de infrasector te verbeteren. Met een klein groepje directeuren van bouwbedrijven en Rijkswaterstaat willen ze de sector in beweging brengen, zoals de Bijbelse Gideon met zijn kleine ‘bende’ een enorm leger versloeg. Daarmee sluit deze bende naadloos aan op de transitie naar een vitale infrasector, die door Rijkswaterstaat en de markt is ingezet om veranderingen in de sector aan te jagen.
Beter samenwerken
We spelen de game op 20 september in het Van der Valk-hotel in Vianen. De 7 deelnemers in deze sessie – vrijwel allemaal directeuren - weten best hoe zo’n betere samenwerking eruit zou moeten zien, zo blijkt al direct uit een inventarisatierondje. ‘Oog hebben voor elkaars belangen’, ‘het gezamenlijke doel nastreven’, ‘onenigheden meteen uitspreken’, vullen ze elkaar aan. De tweefasenaanpak helpt daarbij, weten ze uit ervaring. Doordat opdrachtgever en opdrachtnemer deels pas na gunning – in de eerste fase – samen ontwerp en prijs bepalen, loopt de samenwerking van begin af aan soepeler. Het project is beter voorspelbaar, de risico’s blijven kleiner en er liggen kansen om samen tot een betere oplossing voor de maatschappelijke opgave te komen.
Rollenspel
Dat klinkt allemaal mooi, maar de praktijk is nog wel eens weerbarstig. Dat ervaren de deelnemers als ze in twee teams opsplitst worden en elk team iemand moet afvaardigen voor een rollenspel ‘Samen ontwerpen’. Mark Hummel van Heijmans wordt opdrachtnemer (ON), Richard Brouwer van Van Oord speelt deze keer opdrachtgever (OG). Zoals zo vaak in de praktijk heeft de ON in deze casus veel meer capaciteit dan de OG. ON wil graag vaart maken met ontwerpen om de planning te halen en neemt OG daarom niet altijd mee in besluiten. In het rollenspel spreekt OG ON hierop aan.
Gelijkwaardigheid
Opvallend is de bepalende rol van degene die het gesprek opent. Brouwer kiest als OG voor confrontatie en legt zijn probleem met de besluitvorming direct op tafel. Daardoor komt zijn kant van het verhaal centraal te staan. Pas als ON-speler Hummel op advies uit de zaal benoemt dat hij juist het gevoel heeft dat OG op de rem trapt, komt er meer gelijkwaardigheid in het gesprek. Nu wordt het een gedeeld probleem en beseffen de partijen dat ze allebei iets moeten doen om tot een oplossing te komen. Dan komt er ook ruimte voor de vraag achter de vraag. Zo blijkt OG bang te zijn om grip te verliezen. Daar kunnen de partijen samen op inspelen door vooraf duidelijke afspraken te maken bij welke beslismomenten OG wel aanwezig is.
Leren door te doen
‘Die rollenspellen maken de serious game echt leuk’, vindt Marlotte Koster van Rijkswaterstaat. Zij begeleidt teams bij de tweefasenaanpak en heeft al verschillende van deze sessies bijgewoond om de deelnemers als expert te voorzien van tips. ‘Je verwacht misschien dat mensen zich in zo’n spel sociaal wenselijk gaan gedragen, maar het wordt echt authentiek. Ik hoor ook van veel deelnemers terug dat ze de belangrijkste lessen opgedaan hebben tijdens het rollenspel waarin ze zelf aan de beurt waren. Het cliché is waar: je leert het meest door te doen.’
Variatie en spanning
Vandaag spelen we twee van deze grote rollenspellen. Tussendoor zorgen andere spelelementen voor variatie en spanning. Zo is er een rad met categorieën als ‘samenwerking’, ‘escalatie’ en ‘innovatie’. Om beurten krijgen de teams een vraag of een casus in de gedraaide categorie. Het team dat niet aan de beurt is, beoordeelt de anderen en kent punten toe – met uitleg hoe het volgens hen beter had gekund. Kanskaarten zetten het spel soms volledig op zijn kop. Bijvoorbeeld omdat voor een ‘ruilstage’ de jongste leden van team moeten wisselen. Uiteindelijk krijgt het winnende team een grote doos chocola. In de geest van goede samenwerking besluiten ze die meteen te openen om de hele groep te laten delen in de vreugde.
Heel waardevol
Na het spel is er ruimte voor reflectie. Iedereen bespreekt met iemand van het andere team wat het meest markante moment was deze middag, wat ze ervan geleerd hebben en hoe ze dat gaan vertalen in de praktijk. In de terugkoppeling in de grote groep klinkt veel herkenning door. ‘We hebben allemaal dezelfde worsteling. Zolang alles soepel loopt, kan iedereen goed samenwerken, maar als er druk op komt te staan, val je toch snel terug in ingesleten rolpatronen. We moeten ons realiseren dat gedragsverandering veel tijd kost. Dat lukt je niet in één contract. Dit soort rollenspellen zijn heel waardevol. Dat moet je blijven doen, bijvoorbeeld aan het begin van elk project. De lessen die je hier opdoet, moet je meenemen in je hele team.’
Verschillende groepen
‘We spelen het spel met allerlei verschillende groepen’, benadrukt Koster. ‘Projectteams van opdrachtgevers, opdrachtnemers of juist gemengd. We kunnen de inhoud makkelijk aanpassen aan de groep. We kijken steeds wat het beste werkt. De rollenspellen pakken eigenlijk altijd goed uit. En het mooie is dat deze casussen ook echt veel voorkomen in de praktijk.’
Geïnteresseerd in de serious game tweefasenaanpak? Neem contact op met Denise van Heyningen (denise.van.heyningen@rws.nl) of Marlotte Koster (marlotte.koster@rws.nl) van Rijkswaterstaat.