Op weg naar een definitief ontwerp, met maximaal resultaat voor de gebruiker

03-03-2022
221 keer bekeken

In het project Kooymont pakken we samen met RWS twee bruggen aan: de Kooybrug in de N99 bij Den Helder en de draaibrug Montfoort. En dat doen we vanuit het gedachtengoed DOEN, het eerste DOEN-project voor VolkerWessels.

We werken als één team aan een optimaal eindresultaat van de renovaties waar we dan ook een eerlijke prijs aan de markt voor betalen. In dit artikel vertellen we over onze belevenissen in de afgelopen maanden.

Na voorlopige gunning in het eerste kwartaal van 2021 zijn de teams van VolkerWessels en Rijkswaterstaat als één team begonnen met het ontwerp van de renovatie van de Kooybrug en de Draaibrug Montfoort. Parallel daaraan wordt gewerkt aan een gezamenlijke risicoverdeling en prijsvorming. Dit komt overeen met fase 1 uit de twee-fasen aanpak. Doel is om in het derde kwartaal van 2022 tot definitieve gunning te komen, waarna gestart wordt met de realisatie. Technisch managers Art Warmenhoven (RWS) en Bert Smink (VolkerWessels) werken nu ruim een half jaar samen in het projectteam en vertellen wat hun ervaringen zijn in de praktijk.

Ontwerpateliers

Bert Smink: “Wij hebben ontwerpateliers bedacht om samen met de klant (de beheerders van de bruggen) en stakeholders de eisen en wensen te vertalen naar het ontwerp. Het ‘wat’ is vaak voorafgaand aan het ontwerp wel smart te krijgen, de oplossingsrichting (‘hoe’) is in de beginfase wat lastiger te vatten. Vaak kleven er diverse voor- en nadelen aan de oplossingsrichtingen, waar je pas achter komt bij de nadere uitwerking ervan. Wij kunnen als gezamenlijk projectteam een goede inschatting maken van de beste oplossing, maar we willen geen aannames doen voor de klant. Daarom toetsen we tijdens het ontwerptraject of we op de goede weg zitten en we daadwerkelijk die maximale klantwaarde halen. In de ontwerpateliers presenteren we productuitwerkingen en lichten we toe hoe deze passen binnen de gestelde eisen, wensen, richtlijnen en kaders. Zo willen we samen met alle betrokkenen aan de voorkant tot een eenduidige en gedragen verwachting komen van werk. Een soort verifiëren en valideren aan de voorkant”.

Contract komt later

Het ontwerptraject loopt nu ongeveer een half jaar. En dat zonder contract. Art zegt hierover het volgende: “We hebben geen contract op de markt gezet waar de markt een aanbieding op moest doen. We hebben VolkerWessels geselecteerd op hun ideeën over het DOEN-gedachtengoed en op samenwerking. Het contract komt pas later. Dit komt ook doordat we officieel nog in de aanbestedingsfase zitten: tussen voorlopige en definitieve gunning in. Natuurlijk leggen we ook nu afspraken vast. Wat we willen en moeten afspreken voor de uitvoering wordt duidelijk in de fase waarin we nu zitten. Het contract tekenen we dan ook na afronding van het definitief ontwerp, bij definitieve gunning. En dan kunnen we direct buiten aan de slag. Gedragen door Rijkswaterstaat, VolkerWessels en onze stakeholders, en dat is winst”, aldus Art.

Samenwerken en voorsorteren op risico’s

Werken als één team betekent ook samen werken op één locatie. Iets wat in Corona-tijd niet vanzelfsprekend is. Bert Smink: “ In deze fase is het cruciaal fysiek de samenwerking op te zoeken. Zoveel mogelijk bij elkaar in de buurt zijn en voortdurend met elkaar afstemmen, zo voorkomen we dat we klantwensen en -eisen verschillend interpreteren en dat we zo gedoe of ruis achteraf krijgen. En voorkomen we alle risico’s die deze onduidelijkheid in de uitvoeringsfase uitlokt.”  

Iedere week is er een afstemmingsessie binnen het integrale team om te evalueren hoe de samenwerking gaat. Het blijkt in de praktijk nog best lastig om samen te werken volgens de bedoeling. Art Warmenhoven: ‘Ook voor de interne opdrachtgever, de assetmanagement-kant, is werken volgens het DOEN-gedachtegoed anders dan anders. In ons project worden wensen niet als eisen geformuleerd in een contract, maar bedenken we de oplossing samen en werken we deze ook samen uit. Dat was best even wennen.”

Ingesleten patronen en loslaten

Sommige patronen bleken bij het team van Rijkswaterstaat diep ingesleten, vertelt Art. ‘Het gebeurt niet eens bewust, maar de Rijkswaterstaters uit het team gingen in het begin nogal controlerend te werk. Toetsen, verifiëren en valideren zit nu eenmaal in ons DNA. Ik heb mijzelf daar ook op betrapt. Op zich is het niet verkeerd om te toetsen, maar dan als middel om de kwaliteit van het ontwerp te borgen en op een gelijkwaardige manier. Niet om te corrigeren. Inmiddels zijn de rollen soms omgedraaid: dan stellen RWS-teamleden plannen op en toetsen de teamleden van VolkerWessels deze.’

Veel, zo niet alles, draait om vertrouwen, weet Bert Smink nu. ‘Samen op een gelijkwaardige manier werken in een projectteam, betekent dat Rijkswaterstaters sommige zaken moeten kunnen loslaten. Wij hebben als marktpartij immers de specialistische kennis in huis. Maar dan moet Rijkswaterstaat ons er wel op kunnen vertrouwen dat we hun belangen goed onderkennen. Dat vertrouwen moet groeien, dat is logisch. Mooi wapenfeit hierin: we hebben samen besloten om voor langere tijd met 1 projectmanager te werken en die is van de marktpartij. Dat vraagt best wel vertrouwen van de teamleden van zowel Rijkswaterstaat als VolkerWessels.’

Dit artikel is geschreven vanuit Project DOEN, een van de voorlopers van 'Op weg naar een vitale infrasector'.

Afbeeldingen

Cookie-instellingen